Huurstijging blijft beperkt door ingrijpen overheid

huurstijging sociale huurders

Ten opzichte van een jaar eerder zijn de huurprijzen in Nederland met slechts 0,8% omhoog gegaan, wat tevens de kleinste huurstijging sinds 1960 betekend. Dit meldt het CBS vandaag. Voor sociale huurwoningen was de prijsstijging 0,3% en voor de particuliere huursector 2,2%.

Sociale huurwoningen

Deze zeer beperkte huurstijging is te danken aan overheidsingrijpen vanwege de coronacrisis. Hierdoor mogen huurprijzen van gereguleerde huurwoningen per 1 juli een jaar lang niet verder stijgen. In 2020 lag de maximale huurverhoging nog tussen de 5 en 6,6%. Ook is er dit jaar een eenmalige huurverlaging ingevoerd voor sociale huurders wanneer er sprake is van een relatief hoge huur en een te laag inkomen.

Hogere huur voor nieuwe huurders

Overigens hoeft een verhuurder zich niet aan de maximale huurstijging te houden wanneer er een nieuwe bewoner in de huurwoning komt. De prijzen voor nieuwe huurders stegen daarom wel, hier noteerde het CBS een gemiddelde huur die 7,2% hoger was dan in 2020. Desondanks was ook deze stijging lager dan een jaar eerder (9,5%).

Vrije sector huur

Voor huurders in de vrije sector is de jaarlijkse huurverhoging de komende drie jaar gemaximaliseerd op 1% hoger dan de inflatie, wat voor 2021 zal uitkomen op maximaal 2,4%. Eerder raakte al bekend dat de huurprijzen in de vrije sector een tik hadden gekregen en bleven dalen voor nieuwe contracten. De grote veroorzaker hiervan waren de expats die in de grote steden wegbleven vanwege de pandemie.

Huurstijgingen in de provincies

Ook zijn de huurstijgingen in juli niet overal in Nederland hetzelfde. Zo stijgen de huren in Utrecht het meest met 1,6%. In Den Haag, traditioneel ook een relatief grote huurmarkt met expats, bleef de stijging beperkt tot 0,8%. Van alle Nederlandse provincies kende Overijssel met 1,4% de grootste huurstijging, terwijl de situatie voor bestaande huurders in Drenthe en Groningen gelijk bleef ten opzichte van 2020.